Afkorting |
Naam |
Beschrijving
|
Gevolgen |
Erfelijkheid |
AHP |
Arteria Hyaloidea
Persistens |
Restant van een embryonaal
de lens voedende slagader
in het glasachtig lichaam
van het oog. |
Voor zover bekend leidt
AHP niet tot hinder voor
de hond of verlies van
gezichtsvermogen. |
Het is niet bewezen dat
AHP erfelijk is.
|
CAT |
Cataract |
Cataract (staar) is een
vertroebeling van de lens
en/of het lenskapsel.
Cataract kan aan één of
aan beide ogen voorkomen. |
De mate waarin cataract
voorkomt varieert van een
beperkt gezichtvermogen
(vlekkerige/mistige
ooglens) tot blindheid.
|
Er is een erfelijke en een
niet erfelijke vorm van
cataract. Er bestaat nog
geen zekerheid over de
precieze wijze van
vererving. |
CH |
Choroidal Hypoplasia |
Choroidal Hypoplasia is
een andere benaming voor
CRD. |
Zie CRD |
|
COL |
Coloboma |
Coloboma wil zeggen dat er
als gevolg van een
sluitingsdefect
oneffenheden in het
netvlies voorkomen.
|
Coloboma geeft alleen bij
hoge uitzondering
problemen met het
gezichtsvermogen.
|
De wijze van vererven van
coloboma is nog niet
helemaal duidelijk. |
CRD |
Chorioretinale Dysplasie |
CRD is de mildste vorm van
CEA. Bij CRD zijn er
kleine gedeelten van het
netvlies/ vaatvlies niet
goed aangelegd.
|
CRD geeft geen
moeilijkheden met het
kunnen zien voor de hond. |
Er zijn meerdere genen
betrokken bij het vererven
van CRD. |
Distichiasis/Ectopische
Cilie |
|
Dit is abnormale haargroei
in de ooglidrand en op
andere plaatsen zoals in
de bindvliezen.
|
De haartjes kunnen door
voortdurende irritatie
leiden tot beschadigingen
van het hoornvlies. |
De vererving van
distichiasis is nog niet
helemaal duidelijk. |
MPP (of PPM) |
Membrana Pupillaris
Persistens |
Het blijven zitten van
delen van het vaatvliesje,
dat normaal gesproken
ongeveer 4 weken na de
geboorte verdwijnt. Er
zijn drie varianten van
MPP: iris-iris,
iris-hoornvlies en
iris-lens. |
MPP leidt in de meeste
gevallen niet tot hinder
voor de hond of verlies
van gezichtsvermogen.
|
MPP is bij shelties (nog)
niet bewezen erfelijk te
zijn. |
MFRF of MRF |
Multifocal Retinal Folds (Focale
Retina Dysplasie)
|
Dit zijn plooitjes in het
netvlies. Deze plooitjes
worden gladgetrokken
naarmate de pup groeit en
de ogen dus ook groter
worden. |
De milde (focale) vorm
veroorzaakt geen verlies
van gezichtsvermogen. In
ernstige mate (de
geografische en totale
vorm) kunnen er wel
problemen optreden.
|
Bij de Sheltie zien we
meestal de focale vorm.
MRF komt in vele
hondenrassen voor en hoe
het zich vererft is nog
onduidelijk. |
N |
|
Oogzenuw |
|
|
OD |
|
Rechteroog |
|
|
OS |
|
Linkeroog |
|
|
OU |
|
Beide ogen |
|
|
PHTVL/PHPV |
Persisterende
hyperplastische tunica
vasculosa lentis/primair
vitreum |
De lens vertoont
pigmentstippeltjes (graad
1) of ernstiger
afwijkingen (graad 2 t/m
6). |
Bij graad 1 heeft de hond
geen last. Bij graad 2 tot
en met 6 is de lens
troebel of misvormd. De
hond wordt op jonge
leeftijd blind of wordt
zelfs blind geboren. |
Waarschijnlijk in de
meeste gevallen
veroorzaakt door een
autosomaal (door beide
ouderdieren doorgegeven)
incompleet dominant gen
(tussenvorm dominant en
recessief). |
RD |
Retina Dysplasie |
Dit is een
netvliesafwijking, waarbij
er plooitjes in het
netvlies zijn. Het aantal
kan beperkt zijn, maar ook
ernstiger vormen komen
voor. De ernstiger vormen
kunnen leiden tot totale
netvliesloslating.
|
Bij de ernstige vormen is
er sprake van beperking
(en zelfs verlies) van het
gezichtsvermogen. |
Het gen dat
verantwoordelijk is voor
RD vererft incompleet
dominant. |
+/++ |
Indicatie voor de ernst
van oogaandoening
|
|
|
|